2008      
2008      

De Zuchten van Rameau, 1995
Vijf Generaties – een stilleven, 1999

"Men dient volkomen op de hoogte te zijn van het theater, lange tijd de natuur te hebben bestudeerd om haar zo getrouw mogelijk te kunnen uitbeelden; men moet ook alle grote hartstochten en alle diepe smarten hebben doorgemaakt, gevoelig zijn voor de dans, voor zijn lichaamsbewegingen, zonder nog te spreken van al de benodigde requisieten; men moet de stemmen kennen en de acteurs, het orkest beheersen en soms zelfs het publiek. Men dient tot in details te weten wat elk instrument vermag te geven. Een beetje genie is nodig, wat goede smaak wellicht nog meer." (Jean-Philippe Rameau)

In dit vurige pleidooi beschrijft Jean-Philippe Rameau (1683-1764) wat een goede operacomponist in huis dient te hebben voor het componeren van hartstochtelijk bewogen muziek, waarin een geëxalteerde gevoelsuitdrukking de boventoon voert. Rameau wordt wel de grootste Franse componist en muziektheoreticus van de 18e eeuw genoemd. Met grote fantasie wist hij in zijn barokke composities voor orkest of clavecimbel veelsoortige toonschilderingen, orkestrale kleuren en ritmes te combineren met snelle toonladders, gebroken accoorden, syncopen, tremolo’s en springerige motieven.

Beeldend kunstenaar Kristien Kerstens (1953) stelt in het project 'De Zuchten van Rameau' (1996) het clavecimbel centraal. Een projectsubsidie van de Provincie Utrecht stelde haar in staat om, in samenwerking met componist Jacob ter Veldhuis en claveciniste Annelie de Man, de zoektocht naar het wezen van dit mechanische, van oorsprong barokke instrument aan te gaan en zodoende een historische afstand van drie eeuwen te overbruggen. De titel verwijst naar de compositie 'Les Soupirs' uit de 'Suite nr. 2, Pieces de clavecin' uit 1724 van deze Franse componist.

De 'Zuchten van Rameau' is een werk over, op, in, rond, door, onder, boven, achter en voor het clavecimbel en dient te worden uitgevoerd in een verduisterde zaal. Beelden worden geprojecteerd op de binnenzijde van de klep van het clavecimbel, dat sober is vormgegeven en ontdaan van alle oorspronkelijke barokke kenmerken. Het beeld en geluid worden op alle mogelijke manieren gesampled met camera en microfoon. De beeldfragmenten die Kristien Kerstens samenstelde hebben alle te maken met de vorm en functie van het instrument en bevatten typisch barokke elementen als spiegeling, herhaling en ornamentiek. Zo zijn de spelende - doorgaans aan het oog onttrokken - handen van de claveciniste gefotografeerd en gespiegeld door elkaar geprojecteerd. Fungeert de roos (het hart) van het klankbord eerst als duister middelpunt, in een andere foto lijkt het alsof je binnenin de klankkast zit en een hand vanuit de heldere buitenwereld het donkere binnenste probeert te betreden.

In de muziek van Ter Veldhuis, gekenmerkt door barokke stijlverwijzingen, wordt het kleine geluid van het clavecimbel getransformeerd en uitvergroot tot absurde proporties, waarbij het instrument lijkt te exploderen. Dit in tegenstelling tot de dikwijls verstilde, intieme beelden van Kerstens, die zoeken naar een brandpunt, een kern. Beeld en muziek gaan dus soms hun eigen weg en vormen in zekere zin elkaars tegenpolen: de muziek heeft een sterke middelpuntvliedende werking, terwijl het beeld juist middelpuntzoekend is. 'De Zuchten van Rameau' werd in 1996 onderscheiden door de Ars Electronica te Linz, Oostenrijk.

In 1999 vroeg Kristien Kerstens een projectsubsidie aan voor 'Vijf Generaties – een stilleven'. Stond het wezen van het clavecimbel centraal in 'De Zuchten van Rameau', nu ondernam zij een zoektocht naar de spiegel van de ziel met als uitgangspunt een kleine krantenfoto met een groepsportret van vijf generaties vrouwen uit Armenië.

Haar fascinatie voor het menselijk gelaat uit zich in de grote verzameling foto’s, krantenknipsels en stills uit documentaires die zij bewaart in een archief. Hoewel de persoonlijke achtergronden van de geportretteerden een rol kunnen spelen bij de uiteindelijke keuze voor een afbeelding, vormen deze niet het uitgangspunt voor de uitwerking in een schilderij of tekening. Interessanter vindt Kerstens het om, zonder een persoonlijk contact met de afgebeelde aan te gaan, het karakter van de betreffende persoon te doorgronden. Hiertoe maakt zij talloze schetsen, tekeningen, schilderijen, computermanipulaties en beeldprojecties. Ze zoomt als het ware op de persoon in en probeert de afbeelding uiteen te rafelen en weer samen te voegen, waarbij ze alle overbodige details weglaat.

'Vijf Generaties - een stilleven' is een monument geworden voor de geportretteerde Armeense vrouwen, maar is ook een iconografische studie. Kerstens maakte zestien schilderijen in verschillende formaten, en drie beeldprojecties die ze over de twee tentoonstellingsruimtes van Kunstcentrum Meerzicht in Zoetermeer verdeelde. Met name in de kleine geschilderde portretten versterkt de gebruikte kleur de gevonden karaktereigenschappen van de verschillende vrouwen. De beeldprojecties zijn dia's van digitale beelden. Met de computer onderzocht ze in hoeverre de gezichten zo gelijk of verschillend zijn dat ze overelkaar gelegd kunnen worden om samen een nieuw gezicht te vormen. Als basis koos zij de jongste moeder, waar drie maal een ander, ouder gezicht overheen is gelegd. Het immateriële van de projecties benadrukt voor haar het vluchtige, ongrijpbare van het onderwerp.

In haar presentatie in Zoetermeer wilde Kristien Kerstens een totaalbeeld creëren en gebruikte hiertoe ook karakteristieke elementen van de tentoonstellingsruimte; bijvoorbeeld de luiken die tegen het plafond zijn geklapt en waarop de beeldmanipulaties worden geprojecteerd. Doordat de werken op ongebruikelijke plaatsen in de ruimte te zien zijn, wordt de beschouwer gedwongen zelf verbanden te zoeken.